De angst voor Brexit-achtige taferelen in Nederland beweegt D66 tot een voorstel om het EU-lidmaatschap in de grondwet te verankeren. Met deze staatsrechtelijke ingreep zou Nederland zeventien andere lidstaten volgen, meent fractieleider Rob Jetten. Dat klopt, zijn inschatting is zelfs aan de lage kant.
Bron van de bewering
Op 9 mei, de Dag van Europa, lanceerden D66-fractievoorzitter Jetten en Tweede Kamerlid Kees Verhoeven het wetsvoorstel om het EU-lidmaatschap grondwettelijk vast te leggen. Via verschillende uitingen op sociale media verdedigt Jetten het belang van het benoemen van de EU in de grondwet. "In zeventien landen is dat al zo. Zelfs in Hongarije", zegt Jetten.
D66 stuurt een rapport van het Europees Parlement uit 2014, waaruit de partij heeft opgemaakt dat zeventien lidstaten het lidmaatschap in de grondwet hebben vastgelegd.
Waarom is dit waar?
Dat Jetten specifiek Hongarije noemt als voorbeeld van een lidstaat die de banden met de EU via de grondwet heeft vastgelegd, heeft te maken met de moeizame relatie tussen de Hongaarse premier Viktor Orbán en de EU. Hongarije leeft al maanden op gespannen voet met de Europese Commissie vanwege antidemocratische hervormingen in het land.
Ondanks de verstoorde verhoudingen heeft Hongarije het Europese lidmaatschap wel staatsrechtelijk vastgelegd, blijkt uit navraag bij een van de auteurs van het rapport, hoogleraar constitutioneel recht Leonard Besselink van de Universiteit van Amsterdam.
Volgens Besselink is het aantal lidstaten dat D66 noemt - zeventien - zelfs te klein. "Als je kijkt naar de landen die het EU-lidmaatschap in hun grondwet hebben vermeld, kom je uit op een lijst van 21 lidstaten", zegt de hoogleraar. Op deze lijst staan onder andere België, Oostenrijk, Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
"De manier waarop het EU-lidmaatschap in de grondwet staat, verschilt per land. Maar er zijn, als we het Verenigd Koninkrijk - dat het EU-lidmaatschap heeft geregeld in een wet met constitutionele status - meerekenen, in totaal 21 lidstaten die de EU noemen in de grondwet."
EU in grondwet hoeft niet te betekenen dat je niet uit de EU kan
Groot-Brittannië besloot in 2017 na een referendum uit de EU te treden. De Britten hebben weliswaar geen document dat de naam van de Britse grondwet draagt, maar in het zogeheten Acts of Parliament zijn wel enkele grondwettelijke elementen opgenomen. Daarin staat dus ook het EU-lidmaatschap vermeld, maar dit wetsartikel kan dankzij Brexit-afspraken makkelijk uit de wet worden gehaald.
Juist die Brexit is voor D66 reden dat het de EU in de grondwet wil laten vermelden. "Alleen zo kan Nederland worden behoed voor een ondoordachte Nexit", onderbouwt Jetten zijn voorstel. Maar het verankeren van het EU-lidmaatschap hoeft een gemakkelijke uittreding dus niet per definitie in de weg te zitten. "Het punt is dat de Britten een flexibele grondwet hebben. Door de manier waarop de Britten hun lidmaatschap van de EU hebben geregeld, kunnen ze de Brexit relatief makkelijk vormgeven door de wet over de EU-verdragen, -wetten en -besluiten te schrappen", zegt Besselink.
Hoewel Besselink en D66 uit dezelfde bron hebben geput, komt de hoogleraar op een groter aantal uit. Hoe is dat verschil te verklaren? Voorzichtigheid was geboden, zegt een woordvoerder van D66: "Bij een aantal gevallen zijn we voorzichtig geweest, zoals bij het Verenigd Koninkrijk, om te voorkomen dat we het verwijt kregen het aantal op te kloppen. Maar het is alleen maar hartstikke mooi dat het er meer dan zeventien zijn."
Tweederdemeerderheid nodig als EU-lidmaatschap in Nederlandse grondwet zit
Als het D66-voorstel wordt uitgevoerd, betekent dit dat een vertrek uit de EU niet zonder slag of stoot te organiseren valt; pas bij een ruime meerderheid van minimaal twee derde van de stemmen in de Eerste en Tweede Kamer kan een vertrek gerealiseerd worden.
Op vergelijkbare wijze heeft Zweden het EU-lidmaatschap in zijn grondwet vastgelegd; ook daar is een gekwalificeerde parlementaire meerderheid nodig voor een uittredingsprocedure, met tussentijdse debatten waarin het vraagstuk ter discussie staat. Ook in Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Hongarije, Letland, Roemenië en Slovenië is minimaal een tweederdemeerderheid nodig. In de parlementen van het Verenigd Koninkrijk en Portugal is een minimale meerderheid voldoende.
"De Nederlandse grondwet schrijft voor dat een tweederdemeerderheid in beide Kamers ruimte biedt voor een besluit dat afwijkt van de grondwet. Als de grondwet verplicht lid te zijn van de EU, kan dat zo gecorrigeerd worden", zegt Besselink. Maar volgens de hoogleraar kan een grondwetsbepalingwijziging, als het erop aankomt, een vertrek uit de EU nooit dwarsbomen. Het kan er hoogstens voor zorgen dat het parlement het uittreden nog eens overweegt en erover nadenkt.
Conclusie
Het voorstel van D66 kan een Nexit niet voorkomen, maar zorgt wel voor een lastiger uittredingsproces. Een kopie van het Brexit-referendum was in Nederland al uitgesloten, daarvoor hoeft het EU-lidmaatschap dus niet in de grondwet, zoals 21 andere lidstaten dat wel hebben gedaan. Dat zijn er meer dan de zeventien die D66 noemde, en daarom beoordelen wij de uitspraak "Zeventien EU-lidstaten, waaronder Hongarije, hebben het EU-lidmaatschap in de grondwet vastgelegd" als waar.
Heb jij een bericht of bewering gezien waarvan je de juistheid betwijfelt? Mail naar factcheck@nu.nl en dan gaan wij ermee aan de slag.
Verbetering: Eerder schreven we dat het Britse referendum, waarin werd gestemd voor het verlaten van de EU, bindend was. Dit was niet juist, het referendum was juridisch niet-bindend. Meer informatie hierover is hier te lezen.