Verwerping van CETA kan flinke confrontaties opleveren

In de Volkskrant van afgelopen week werd aangekondigd dat Groen Links en de PvdA tegen het grote verdrag tussen de EU en Canada over handel en investeringen (CETA) zullen stemmen. Dat kan het einde van dit verdrag betekenen, want naast de EU dienen alle lidstaten het ook goed te keuren. Het is een zogenaamd “gemengd verdrag.” De eventuele verwerping kan tot een crisis leiden in de verhoudingen tussen de EU en Canada, de EU’s op één na grootste handelspartner, die in een eerdere fase van de CETA-onderhandelingen de EU al zeer ter wille is geweest.  Het kan bovendien bijdragen aan een verlies aan vertrouwen in het algemeen bij derde landen in de betrouwbaarheid van de EU als onderhandelingspartner.

De verwerping door Nederland kan ook leiden tot een ernstige constitutionele crisis in de EU en een directe botsing tussen het Nederlandse parlement en het Europese parlement. De verwerping zou gebaseerd zijn op problemen betreffende de tarieven op varkensvlees en de achterliggende regels betreffende het fokken van varkens. Dat zijn typisch regels van de handelspolitiek die een exclusieve bevoegdheid van de EU is. Daarover kan Nederland mede besluiten in de EU Raad van Ministers en door de Nederlandse leden in het Europese Parlement, maar niet achteraf nog eens een veto uitspreken, al is het verdrag gemengd.

Vroeger werden gemengde verdragen gesloten omdat er onduidelijkheid bestond over de afbakening tussen de bevoegdheden van de EU en van de lidstaten. In het geval van CETA weten we echter precies hoe het met de verdeling van de bevoegdheden zit, omdat België daarover een vraag aan het Europese Hof gesteld heeft. Het antwoord van het Hof was dat alle bepalingen van CETA onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen, behalve die over indirecte investeringen en de geschillenbeslechting met betrekking tot investeringen. Het is dan ook moeilijk te begrijpen dat de Regering de goedkeuringswet zo heeft geformuleerd alsof het hele verdrag door Nederland wordt goedgekeurd, want de Regering en de Raad van State waren hiervan perfect op de hoogte, zoals uit de Kamerstukken blijkt.

Vroeger was dat minder problematisch dan nu, want de regeringen waren in de Raad de enigen die beslisten over handelsverdragen, maar nu moet ook het Europese Parlement zijn toestemming geven. Deze is al gegeven op 15 februari 2017. Vandaar dat het tot een rechtstreekse confrontatie van het Nederlandse Parlement met het Europese Parlement kan komen. Zo wordt de autonomie van de besluitvorming in de Unie aangetast en dat kan een zwaarwegend punt zijn voor het Hof van Justitie in een eventueel geschil.

Kortom, is het verstandig buitenlands-politieke verstoringen van de verhouding met Canada en daarbovenop nog eens een interne EU-constitutionele crisis te riskeren alleen om wat gezien de breedte van het akkoord met Canada toch wel een beperkt belang mag heten? En zelfs voor de bescherming van de Nederlandse varkens kan wel degelijk nog wat worden geregeld. CETA is een “levend verdrag” , waarin allerlei overleg- en besluitvormingsmechanismen zijn opgenomen die het mogelijk maken om Canada in de richting van meer diervriendelijkheid te duwen. In laatste instantie kan volgens het verdrag zelfs een geschil voorgelegd worden aan mediatie of arbitrage.

Pieter Jan Kuijper, Universiteit van Amsterdam.