Direct naar artikelinhoud
OpinieKapitalisme

In een mondiale economie kan een nationale overheid niet op eigen houtje reguleren

De restanten van het voormalige kledingfabriek in BangladeshBeeld afp

Herkent u het soms ongemakkelijke gevoel na het lezen van de economiepagina’s? Multinationals als Unilever of Shell vestigen zich dáár waar het belastingregime gunstig is. Zo minimaliseren zij hun bijdrage aan de publieke middelen. Nederland kan hier weinig tegen doen. Onze economie is sterk geglobaliseerd, en nationale wetten en regels bieden weinig soelaas waar ondernemingen transnationale activiteiten ontplooien.

Belastingvermijding gebeurt niet alleen in rijke westerse landen, of door grote westerse bedrijven. Ook in het zuiden komt dit voor. Bovendien exploiteren bedrijven vaak cruciale hulpbronnen als land, water en mensen. Vanwege hun internationale structuur, en bij gebrek aan mondiale regels en wetten, worden ondernemingen zelden ter verantwoording geroepen. Ook zitten ze vaak in ontwikkelingslanden waar rechtssystemen minder ontwikkeld zijn. Zo ontsnappen ze aan consequenties van misstanden in hun productie- en toeleveringsketens.

Het gevolg? Erbarmelijke toestanden in de kledingindustrie, de mijnbouwindustrie en in de landbouw. Herinnert u zich de 1100 doden na de ingestorte kledingfabriek in Bangladesh in 2013? Het zijn vooral minderheden, kinderen en vrouwen die de dupe zijn van mensenrechtenschendingen en milieuschade. Ook leidt het tot ‘nieuwe’ migranten: mensen die moeten vluchten voor de gevolgen van economische globalisering.

In een mondiale economie kan een nationale overheid niet op eigen houtje reguleren, dat kan alleen in internationaal verband. De EU, echter, is vooral gebrand op het afsluiten van vrijhandelsverdragen. Net als veel nationale overheden, kiest de EU ervoor om mensenrechten- en milieumisstanden aan te pakken via zelfregulering. Bedrijven stellen zelf gedragscodes en codes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen op. Nuttig, maar een noodoplossing: een slager keurt ook niet zijn eigen vlees. Ook de internationale gedragsnormen voor bedrijven, zoals de United Nations Guiding Principles (UNGP’s) zijn vrijwillig. Zij bieden slachtoffers geen directe rechtsbescherming, terwijl bedrijven, door allerlei vrijhandelsverdragen wél rechten hebben, die ze juridisch kunnen afdwingen.

Nu ligt er een unieke kans om deze gedragscodes aan te vullen met een verplichtender kader. Deze week bespreekt de VN-Mensenrechtenraad een concept-verdrag dat staten direct en multinationals indirect verplicht mensenrechten te respecteren. En dat slachtoffers van bedrijfsmisstanden toegang tot de rechter geeft.

Het zou Nederland sieren een voortrekkersrol te nemen bij de totstandkoming van dit verdrag. De preventieve werking van een bindend VN-verdrag is cruciaal om mensenrechtenschendingen en milieuschade door bedrijven te voorkomen. Een VN-verdrag zou helpen om een mondiale economie te reguleren. Dat zou kunnen voorkomen dat mensen op de vlucht moeten slaan voor de gevolgen van ongebreideld kapitalisme.

Janne Nijman is wetenschappelijk directeur van het T.M.C. Asser Instituut voor Internationaal en Europees recht in Den Haag.